top of page

De documentaire De Verdwenen Buurt

  • Foto van schrijver: Info - CHAJ Den Haag
    Info - CHAJ Den Haag
  • 2 dagen geleden
  • 6 minuten om te lezen
Premiere "De Verdwenen Buurt" - 1 Mei 2025
Premiere "De Verdwenen Buurt" - 1 Mei 2025

Een hele Haagse buurt mét haar duizenden inwoners verdween door de Tweede Wereldoorlog. Hoe was het leven destijds in deze joodse gemeenschap? De documentaire De Verdwenen Buurt brengt deze wijk tachtig jaar na dato weer tot leven.



Rode lampionnen, Chinese vertalingen van straatnamen en voornamelijk eetzaken uit datzelfde land. Wie in de omgeving van de Wagenstraat in het centrum van Den Haag loopt, waagt zich in een Aziatisch land. Ook niet gek dat deze buurt Chinatown wordt genoemd.


Maar sla je de hoek om naar het Rabbijn Maarsenplein, loop je ineens tegen een monument aan. De davidster met daarin twee mannen, een vrouw en een kind afgebeeld, zijn een van de weinige overblijfselen uit de geschiedenis die verraden dat dit van oorsprong helemaal geen Chinese wijk is, maar een Joodse buurt. Hoe cru is een deel van de tekst naast het monument: ‘Vergeet het niet’.


Buurt achter de Nieuwe Kerk

Want dat is wat er eigenlijk gebeurde, volgens de makers van de documentaire De Verdwenen Buurt. Waar nu mensen deze buurt ingaan om een bezoekje te brengen aan Chinatown, woonde in de wijk achter de Nieuwe Kerk tot de Tweede Wereldoorlog voornamelijk Joodse Hagenaars. De Joodse gemeenschap van Den Haag telde voor de oorlog zo’n 17.000 mensen, tijdens de oorlog werden er meer dan 12.000 van hen vermoord.


Die cijfers zijn bekend. Maar wie waren de marktkooplui, ondernemers, vrouwen die boodschappen deden in die zo levende wijk? De ‘gewone’ mens, die woonden in wat in de volksmond De Buurt werd genoemd? De gezichten achter de gruwelijke cijfers?


Dat verhaal probeert regisseur Danny Akker aan de hand van historici als Corien Glaudemans te vertellen. Job Cohen, oud-burgemeester van Amsterdam, sprak de voice-over in. Daarnaast nemen rabbijn Mendel Katzman en Louis de Leeuwe de kijker mee in hun zoektocht naar het leven in de buurt van hun (voor)ouders.


„Er is niet veel beeld, maar met wat we hadden, konden we wel meer begrijpen hoe dat leven eruit zag”, vertelt Katzman. „En vooral: dat het gewone mensen waren. Net als jij en ik, als iedereen.” Zoals zijn betovergrootvader. Izak van Gelder was een van de twee rabbijnen van de Joodse buurt en werd in 1942 in vernietigingskamp Sobibor vermoord. Hij was de rabbijn van ‘het volk’. Zo voltrok hij bijvoorbeeld de huwelijken van vrouwen die al zwanger waren.


„Vanuit zijn verhaal heb ik geprobeerd te begrijpen hoe de mensen daar leefden en waar hij mee te maken had. Door stukken in de krant te lezen, inzendingen. Vanuit dat oogpunt konden we dat beeld schetsen.”


Maquette van de Joodse buurt

Veel beeld is er niet meer van de Joodse buurt. Wel kunnen mensen zich voorstellen hoe het destijds moet zijn geweest door een bronzen maquette die in het Haagse stadhuis staat. Door de nagemaakte Nieuwe Kerk lijkt het zo alsof je een duik in de geschiedenis neemt als je voor de maquette staat. Bomen en vooral veel kleine huisjes staan daaromheen.


De maquette werd gemaakt door Jacques de Leeuwe. Hij overleefde de oorlog als kind door onder te duiken op 24 adressen. Hij moest van de bezetter als Joods kind verplicht zijn eigen openbare school verlaten en naar de Joodse School in de Bezemstraat (nu Rabbijn Maarsenplein). Van deze school is hij een van de weinige overlevenden van al die kinderen. Doordat hij daar naar school moest, leerde hij de buurt van toen kennen.


Dat heeft hem toch vooral ook gedreven om de maquette te gaan maken. Zijn ouders overleefden de oorlog niet. Na de bevrijding in 1945 sprak hij niet over wat hem was overkomen en het gemis, tot hij met pensioen ging, vertelt zijn zoon Louis. In de documentaire volgt de kijker de zoektocht van hem naar het werk van zijn vader.


„Wij denken dat het maken van de maquette een soort verwerking was. Voor zijn pensioen had hij met moeilijk met het verleden. Hij praatte er niet over, ging in overlevingsstand door carrière te maken, een gezin te hebben, allemaal schoteltjes in de lucht”, vertelt hij. „Dan heb je geen tijd voor dat nare. Maar net zoals je veel bij anderen hoort, kwamen toen hij ouder werd dingen uit zijn jeugd terug.”


Jacques werd geraakt door het boek De Verdwenen Buurt geschreven door Ies van Creveld. Vader Jacques wilde iets nuttigs doen met zijn vrije tijd en besloot de maquette te gaan maken. „Stiekem als monument voor zijn ouders, algemeen voor de Joodse Hagenaars van Den Haag.”

Het maken van de maquette leek overigens makkelijker dan gedacht. De Joodse buurt bestond in 1990 al niet meer. Voor de aanleg van De Grote Marktstraat werd in jaren twintig een groot gedeelte van de buurt gesloopt. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw was de wijk in zo’n slechte staat dat het deels tegen de vlakte ging. Jacques deed daarom onder andere in de Haagsche Courant oproepen om oud-bewoners te spreken. Aan de hand van die getuigenissen, oude kranten en luchtfoto’s probeerde hij zo goed mogelijk elk huisje, straatje en elke gevel te reconstrueren.


Al het materiaal bewaarde Jacques en later Louis en werd uiteindelijk als onmisbaar gezien voor het maken van de documentaire. „Het is zo’n bizarre geschiedenis als je erin duikt”, zegt regisseur Danny Akker. „Je beseft niet wat voor levendige volksbuurt dit was, waar zoveel Joodse mensen woonden.”


Hij wilde een film maken over de mensen die daar woonden. „De maquette van Jacques is ons startpunt voor de documentaire. Hij heeft de straten expres leeggelaten, geen mensen nagemaakt. Die waren er natuurlijk niet meer. Maar deze film gaat juist over die mensen. We probeerden hen terug te brengen en hun een gezicht te geven.”


Het vertellen van de verhalen noemt Akker ‘helend’. „We vertellen de echte verhalen over mensen die in zulke heftige situaties terecht komen. Het is bijna niet voorstelbaar. Zij leefden een normaal leven met alles erop en eraan. Net als nu eigenlijk.” Hij valt even stil, denkt na. „En dat maakt het juist zo krachtig en herkenbaar.”


Aan de hand van de verhalen van Louis en Mendel, de maquette, maar ook archiefmateriaal, wist hij zelfs op beeld na te construeren hoe de bewoners van de Joodse buurt voor en tijdens de oorlog geleefd moeten hebben.


Het moet een rumoerige wijk zijn geweest, waar mensen vlak op elkaar leefden. Waar armoede heerste. In de documentaire wordt de buurt omschreven als sloppenwijk en dat snap je als kijker ook. De mensen achter de cijfers waren veelal actief in de handel, maar te arm om handkarren te kopen. Daarom huurden ze deze om producten als dadels en groentes aan de man te brengen.

„Ze moesten creatief zijn”, blikt Akker terug. „Nog creatiever dan nu op de Haagse Markt.” Drie keer in de week was er markt op de Grote Markt. „Daar kwamen veel Joodse marktlieden en straatventers. Dan liepen ze vanuit De Buurt met die karren, al leuzen roepend om spullen te verkopen. Ze stonden en liepen met hun karren ook op straat om hun producten aan te prijzen.”


Veelzijdigheid van het leven

Wat rabbijn Mendel Katzman opviel tijdens zijn zoektocht voor de documentaire? De veelzijdigheid van het leven destijds. „Hoe levendig het was. De verschillende winkels met elk hun eigen verhaal, het joodse verenigingsleven. Hoe er op zoveel verschillende manieren het leven vorm kreeg, op zowel religieus als cultureel gebied. Als je een boek leest over geschiedenis krijg je soms best een eenzijdig beeld. Maar hierdoor ontdekte ik bijvoorbeeld waar de bewoners van toen dagelijks mee te maken kregen.”


En dat is niet heel veel anders dan tegenwoordig, meent Katzman. „Eigenlijk was dat vergelijkbaar met de problemen van nu in een bepaald opzicht. Hoe je bijvoorbeeld de jeugd betrekt bij de joodse gemeenschap, het volgen van ontwikkelingen in het buitenland en wat voor effect dat op de gemeenschap heeft.”


De mannen zijn alle drie tevreden over het eindresultaat van de documentaire. De Buurt is door hen even niet verdwenen. Louis de Leeuwe leerde tijdens de zoektocht zijn vader weer wat beter kennen. Katzman zijn familie, en Akker hoe het leven in het huidige Chinatown vroeger moest zijn geweest. Daar waar het leven ondanks alles elke dag weer doorgaat. Waar karren plaatsmaakten voor auto’s en joodse winkels voor Chinese restaurantjes.


„Het grootste deel van de mensen die daar leefden zijn weg”, zegt Akker. „Maar het leeft nog steeds, het is nog altijd een volksbuurt. Alleen dan op een andere manier. Ik woonde er zelf vroeger en zag de geschiedenis niet. Nu kan ik het niet niet meer zien. En ergens is dat zo tof. Juist door deze documentaire te maken, kunnen veel meer mensen er meer over te weten komen, de verhalen leren kennen van wie ook in hun stad leefden.”


Lespakket om sociale uitsluiting te voorkomen

Naast de documentaire wordt in samenwerking met de gemeente Den Haag en Centrum 1622 een lespakket voor jongeren rond de zestien jaar gemaakt. Om hun te leren wat er vroeger gebeurde en het gesprek te openen over sociale uitsluiting. Beiden maken deel uit van het Haagse plan tegen Antisemitisme.

De gemeente Den Haag zet hiermee in op voorlichting en educatie om de lokale joodse geschiedenis uit te lichten en de herinnering aan de verschrikkingen die tijdens de Holocaust in Den Haag plaatsvonden, door te geven. De documentaire en het bijbehorende lespakket zijn ontwikkeld om het historisch besef te vergroten en de verhalen van deze gemeenschap blijvend onder de aandacht te brengen.



 
 
 
bottom of page